Bloed geven en bloed krijgen
Anti lichaam soorten
Anti lichaam soorten
Monoklonale antilichamen
Monoklonale antistoffen zijn antistoffen die afkomstig zijn van één geactiveerde B-lymfocyt (plasmacel). Een geactiveerde B-lymfocyt maakt Monoklonale antistoffen aan gericht tegen één epitoop op een antigen.
IgG
IgG wordt aangemaakt bij grotere hoeveelheden of bij een herhaald contact met het antigeen.
IgM
IgM is bij een infectie vaak het eerst geproduceerde antistof dat later wordt 'afgelost' door IgG, en is met zijn tien bindingsplaatsen een uitstekende immunoglobuline voor het wegvangen van antigenen.
IgA
IgA wordt vooral gevonden in de maag, darmen, speeksel en melk.
IgD
Minder dan 1% van het totale immunoglobuline in serum is IgD.
IgE
IgE zit op de slijmvliezen en zit meestal met zijn Fc-gedeelte vast op de Fc-receptor van basofiele granulocyten, die histamine vrijlaten bij binding aan antigeen. Dit is ook de oorzaak van allergische reacties, die gekenmerkt worden door bijvoorbeeld rode ogen en een rode neus vanwege de vasodilatieve (vaatverwijdende) werking van histamines.